Werkwijze

• De positioneerpennen worden door drie gaten van 5 mm in het raster gestoken, zodat de twee grote gaten zich op de gewenste plek bevinden
• Een boorbus, bijvoorbeeld van 12 mm, wordt in het gat geschroefd en vervolgens wordt er een gat in het eerste werkstuk geboord
• De boorbus wordt uit het gat gedraaid en vanaf de andere zijde in hetzelfde gat geschroefd
• Er wordt een gat in het tweede werkstuk geboord, zonder dat de positie van de pennen wordt gewijzigd

Voordelen

• Snelle en nauwkeurige boringen
• Boringen in alle werkstukvormen
• Boren zonder aftekenen en meten
• Transparant materiaal voor het uitlijnen volgens tekening bij werkstukken met een ongelijke vorm
• Zonder aanpassen van de diepteregeling met de Invis Mx-montagehuls
• Markeringen voor boringen in het midden van platen van 16 en 19 mm
• Markeringen voor boringen voor kastscharnieren
• Mogelijkheid om de boormallen voor een vaste afstand op een draaistangslot van 8 mm vast te klemmen

Toepassingen

• Boringen van 8, 10 of 12 mm voor Invis Mx of deuvels
• Boringen van 5 mm in een 32 mm-raster voor handgrepen of kastscharnieren
• Leuningverbindingen
• Tafelpootverbindingen
• Boringen in het midden van het werkstuk
• Exact opboren van een gat van 5 mm naar 12 mm